top of page
Serra dos Orgãos 
BraziaanseVlag.jpg
se-parque1.jpg
Braziliaanse klassieker binnen de bergsport

Als je van backpacking houdt en je bent toevallig in Brazilië, dan moet je proberen deze meerdaagse tocht te maken. Behoort tot de "klassiekers" in Brazilië, nabij Rio de Janeiro, in het "middelhoog" gebergte tussen de bekende plaatsen Teressopolis en Petropolis. Aanbevolen wordt de tocht met een gids te doen, vanwege het ontbreken van bewegwijzering en de vaak moeilijke passages, soms met "abseilen". Zonder gids is het risico op "definitief" verdwalen niet ondenkbaar.

Spectaculair!

Je moet hem gelopen hebben, althans als je sportief bent aangelegd en bovendien van de bergen houdt.

Braziliie heeft veel bergen, maar…..met moeite hoger dan 2.500 m. Toch kan dat heel spectaculair zijn, moeilijke passages en prachtige uitzichten. Alpinisme? Het lijkt er soms veel op, alleen dan doorgaans zonder sneeuw.

De Travessia (oversteek) van Petropolis naar Teresopolis in de staat Rio de Janeiro in het nationale park Serra dos Orgãos is een klassieker binnen de Braziliaanse bergsport. Alles bij elkaar minder dan 35 km, maar met veel hindernissen. Normaal wordt deze in 3 dagen gelopen, en je overnacht dus 2 keer boven in de bergen.

 

Het klimaat kan behoorlijk plezierig zijn voor zo’n tocht. Bij vertrek misschien wel warm maar hoger in de bergen en ook ‘s nachts niet te koud. En als je het goede jaargetijde kiest (vanaf mei als het daar winter is)  dan regent het weinig en loop je overdag niet te soppen en vindt je ‘s nachts een droge plek voor je tentje. Wij waren er de laatste keer in juni en het was ‘s nachts rond het vriespunt. Ook hier geldt, per 100 m hoger ruwweg een graad kouder.

 

De tocht speelt zich geheel af binnen het Nationale Park, op een km of 60 van Rio, waar de bergen beginnen die deel uitmaken van de  bergketen Serra do Mar. Om de tocht te mogen lopen moet je je aanmelden op internet en betaal je voor toegang, de te lopen trajecten en voor elke overnachting. Het aantal bergbeklimmers per dag  per vertrekpunt is gelimiteerd tot 50 dus op tijd inloggen.

spectaculair
Het park "Serra dos Orgãos"
houdt gecontroleerd het gemaximeerde aantal bezoekers bij en je kunt uitsluitend bivakkeren, in eigen tentje of in de gites, op daartoe aanwezen plaatsen. Verwacht geen luxe, behalve op een paar plaatsen drinkbaar water uit beekjes is er niks te krijgen onderweg. De beste tijd om de oversteek te maken is de (braziliaanse) winter als in die regio het droge seizoen is aangebroken.

Niet voor mietjes, de gemiddelde leeftijd van de backpackers is rond de 30 jaar, dus als ik op mijn ver in de 60 meedoe ben ik schuldig aan het drastisch verhogen van dat gemiddelde..........

Park Serra dos Orgaos

De naam Serra dos Órgãos (Bergen van de Orgels) is afkomstig van een markante reeks hoge rotspunten die met een beetje fantasie lijken op de pijpen van een orgel! Een ervan wordt de Dedo de Deus (vinger van God) genoemd.

De hoogste top is met 2263 meter de Pedra do Sino.

Verwacht geen perfect gemarkeerde route met rood/witte tekentjes zoals we in Europa gewend zijn bij het lopen van een Grand Randonnee.  En verdwalen is niet denkbeeldig. Het park beveelt dan ook aan met een gids op pad te gaan.

Er staan op moeilijk stukken wel “totems” (piramidetjes van stenen) maar boze tongen beweren dat de gidsen express enkele totems op verkeerde plaatsen neerzetten zodat je de weg kwijt raakt. Er zijn mensen zoekgeraakt, nooit meer teruggevonden maar met heeft geen statistiek bijgehouden…..

Beginnen in Petropolis of Teresopolis?

Je kunt de oversteek zowel in Petropolis als Teresopolis beginnen, maar de eerste optie is wat handiger vanwege aan- en afvoer routes. Dat betekent wel dat de eerste dag, vanuit Petropolis dus, een behoorlijk zware is, vanwege het grote hoogteverschil en de onbegaanbaarheid van het “pad”. Je moet dus vroeg, bij zonsopgang, dat betekent pakweg om 6 uur ‘s morgen, beginnen. Dat vereist dat je een creatieve oplossing moet vinden om de avond van te voren dicht bij de ingang van het park te bivakkeren, en de oplossingen daarvoor liggen niet “voor het oprapen”.

De eerste keer dat ik hem liep hebben we onze tentjes vlak bij de ingang aan de kant van Petropolis opgezet. Het heet daar Corrêas en je moet vroeg op zoek gaan naar een vlak plekje want het is al één en al heuvel daar. Erg plezierig verloopt zo’n nacht dan niet want er komen naderhand steeds weer nieuwe mensen bij die dan zo langzamerhand de haringen in je luchtbedje prikken. En ‘s morgens moet je dan nog eens bijtijds reisvaardig zijn want dan kun je vertrekken vóór de  grote meute. Waarom dat belangrijk is lees je verder.

Ik moet zeggen, ik heb hem nu 2x gelopen en het verveelt niet. Dat wil zeggen, afhankelijk van de omstandighede, weer en drukte, kan het tegenvallen en ben je dolblij dat je aangekomen bent aan de andere kant en zweer je bij alles wat je lief is het nooit weer te doen, maar een paar weken daarna krijg je er toch weer zin in.

Zwaar? De meningen lopen behoorlijk uiteen. Het gros van de mensen is jong, laten we zeggen 20 tot 30 jaar, de helft daarvan heeft een goede conditie en helpt de andere helft door de zware stukken. Tussen de ervaren lieden met een goede conditie zijn  er die de tocht sneller zouden kunnen lopen. Ik ken zo iemand in de familie, uitstekende conditie, en heeft een tijdje geleden de tocht in één (!) dag gelopen, wel zonder bepakking en in een stille periode. Niet aan te raden overigens, gezien de eerder genoemde spaarzame markeringen, maar het is hem gelukt. Proficiat.

Over bepakking gesproken. Kies je voor de standaard 3 dagen dan heb je een rugzak met outfit en eten en drinken bij je. Je kunt kiezen voor overnachten in de bergen in een hut met slaapzaal, maar velen, en zo ook wij,  verkiezen een tentje, is wat meer puur natuur en geen last van feestende en/of snurkende lieden om je heen. En met tent, matje, slaapzak, naast eten en drinken (vele liters drinkwater, want dat is boven schaars!), kom je algauw uit tussen de 15 en 20 kg. En dan wordt het verhaal een beetje anders, vooral de 2e dag met veel klimmen en afdalen.

Waar beginnen
Voorbereidingen
Goed dan, en dan nu op weg. Ik zal er een mix van maken tussen mijn  1e en mijn 2e keer.
De dag van te voren dus aangekomen in de buurt ban het park, ingang Corrêas. Behalve een tentje opslaan (zie boven) blijkt er vlak bij een vernachtingsgelegenheid te zijn genaamd “Campo de Aventuras” waar je voor een aleszins redelijk bedrag in een stapelbed kunt slapen. Als de groep dan een beetje gelijkgestemd is kun je een behoorlijk aantal uurtjes onder zeil en begin je de volgende morgen fris aan de beklimming. Bij de ingang wordt gecontroleerd of je aangemeld bent, en vervolgens de vaart er in. Mijn eerste keer was met een kleine groep, allemaal mannen (mijn  leeftijd lag wel zo’n 30 jaar boven het gemiddelde, maar ja, je bent jong en je wilt wat…). De beklimming ging gestaag.
voorbereidingen

De eerste dag naar Castelos de Açu

Ongeveer halverwege wordt het wel erg onbegaanbaar. De regens hebben wat ooit een pad is geweest volkopmen uitgehold en de kloven en rotsen zijn soms zo immens dat je je vele keren afvraagt of je nog wel verder kunt. Ik heb graag een stok bij me op zo’n moment maar er zijn er ook die daar niet van houden, ofwel er niet mee om kunnen gaan….

De andere keer waren we met een groep van ruim 10 personen  waaronder zeer dappere dames, en niet vanwege het feit dat de “zwakkere sexe” meedeed, maar wel vanwege de omvang van de groep, ging het allemaal erg langzaam (zie verder om erachter te komen hoe ons dat de volgende dag in  grote problemen bracht).

Het totale hoogteverschil de eerste dag is zo’n 1.500 m, niet afschuwelijk veel, maar door het onherbergzame toch redelijk zwaar. Je bent dan al gauw zo’n 8 uur aan het klimmen voordat je het zicht krijgt op…..de “Castelos de Açu”.

eerste dag
Als een oase in de woestijnzie je plotseling achter een bergruggetje de hut liggen en de “waard” staat je al op te wachten om e.e.a. af te spreken. Bijvoorbeeld waar je je tentje kunt opzetten. Nu blijkt waarom het zo belangrijk is om ‘s morgens vroeg te vertrekken, want het aantal vlakke plekken is zeer beperkt.
Adembenemend uitzicht over Rio
De eerste keer toen wij er waren begon het halverwege de dag te regenen (en hield daarna gedurende de hele tocht niet meer op!) De andere keer waren we laat bij de hut en was er geen plaats meer. Maar nood breekt wet, want alhoewel je vanwege het nadrukkelijk gepropageerde behoud van natuurschoon niet zo maar op een willekeurige plek mag bivakkeren, vond de huttewaard het ditmaal wel goed dat we achter de Castelos de Açu overnachten, met als voordeel……een adembenemend uitzicht over Rio de Janeiro met de Bahia de Guanabara!
uitzicht ovr Rio

Die keer was dus uiteindelijk de mooiste ervaring. Onze vijf tentjes knus bij elkaar. 

Het begon al te schemeren toen we uiteindelijk begonnen met het bereiden van het “avondmaal”. Alcohol is binnen het park ten strengste verboden maar gelukkig is de controle ondoenlijk, en een aantal heupflesjes met afwisselend cachaça en zoete cognac (Brazilianen houden van zoet) deden wonderen. Zelfs had iemand een heuse fles wijn naar boven geschouwd.  En toen uit dezelfde rugzak ook franse kaas en borrelnootjes werden getoverd was de euforie compleet. Eten varieert bij zo’n gelegenheid van simpel tot uiterst simpel, maar op een campinggasje opgewarmde macaronie en trekkers-droog-food pakken smaken dan toch voortreffelijk.

Persoonlijke verzorging

En dan het verhaal over het douchen. Ja  echt, er kan gedouched worden, en je hebt de gelegenheid dat bij de boeking op te geven en apart voor te betalen. Water komt uit de naastgelegen bergbeek en het wordt electrisch  dank zij zonnepanelen met overdag opgeladen accu’s en een omvormer keurig verwarmd. Dat is het probleem niet. Wat dan wel? De wachtrij. Heb je direct bij aankomst je naam op de wachtlijst laten noteren dan ben je op de goede weg, alleen nog maar afhankelijk van de gemiddelde douche-duur van de gemiddelde medemens….en die is zodanig dat je vervolgens uren geduld moet hebben, of zoals velen, er dan maar van afziet.

Het was wel ontzettend koud die keer omdat we wat  verder van de berghut bivakkeerden. Wolkenloze hemel, zoals gezegd uitzicht over de velichte stad Rio de Janeiro, maar wel bij een temperatuur rond het vriespunt. Nu zijn Europeanen wel wat gewend op dat punt, en onze doorsnee slaapzak van Bever bergsport kan dat prima aan, maar Brazilanen kunnen  daar helemaal niet tegen. Alles wordt uit de “kast” gehaald, en de jas gaat ‘s nachts niet uit! Mietjes zeggen wij dan op z’n hollands (svp niet vertalen).

 

De 2e dag naar Pedra do Sino

De volgende dag de echte beproeving. Gedurende de eerste toch, zoals gezegd, de hele dag regen, en in combinatie met de geerodeerde paden leek het meer op pootje baden dan op lopen.  De 2e keer dat ik hem liep ander uiterste, straalblauwe hemel de hele dag, met continu prachtige uitzichten, een unikum!

De hele dag, d.w.z. minstens 8 tot 10 uur, klimmen en afdalen, het zijn allemaal uitlopers van de Serra richting de Guanabara baai, waar je steeds voorbij moet. En ook hier is van een begaanbaar bergpad geen sprake. Keien/rotsen van meters hoog waar je na goed zoeken soms een riggeltje vindt om je aan op te hijsen. Als je het geluk hebt dat er iemand achter je loopt is een “kontje” zeer veelvuldig zeer welkom.

Het is niet aan te bevelen met een groep van zeg meer dan 6 lieden op stap te gaan. Gaat anders veel te traag, en iedere keer wachten als er weer een paar anderen moe zijn geworden. Zodoende hebben we de overtocht niet gehaald bij daglicht. Zie verder. Maar eerst nog wat bijzondere hindernissen.

persoonlijke vrzorging
2e dag zwaarder
Op een bepaald stuk moet je afdalen over nogal erg gladde en aflopende rotsen, bij regen moet dat eigenlijk met touwen aan elkaar vast vanwege het risico van “rutschen” naar een paar honderd meter lager gelegen ravijn. Is beide keren goed gegaan.
se-cavalo1
se-abseilen2
se-abseilen3
se-elevador12
se-elevador11
se-elevador1
De "elevador"
Vervolgens komt dan de “Elevador”, (lift), geen echte lift, maar ijzeren beugels die in de rotsen zijn verankerd en waarlangs je dan zo’n 200 meter steil naar boven moet klimmen. Niet achterom kijken. En even opletten want sommige ijzers zitten los……
elevador
Stukje kletteren
Hebben we dat gehad, dan komt een uurtje of zo later weer een ravijn  met ogenschijnlijk geen enkele mogelijkheid om af te dalen…….maar bij een goede voorbereiding hoort een (beperkte) alpimisten uitrusting, en zij n er gelukkig door het park ogen in de rotswant aangebracht. Wel handig als er iemand bijis die afdalen via touw eerdcer heeft geoefend, en een uurtje of zo later zijn we allemaal veilig beneden aangeland (rugzakken eerst, dan één voor één zonder rugzak afdalen). De keer met mooi weer maar die andere keer met een te grote groep) werd het op dat moment donker (en dat gaat snel op die breedtegraad) en moesten we met zaklantaarn (voorbereiding!) verder. Geen lolletje, denk aan de voortdurende onbegaanbaarheid, maar na een tijdje begon het toch te wennen.
kletteren
O "Carvalho"
De grootste hindernis kwam toen nog: de “Carvalho” (het paard). Dat staat voor een immense kei, midden op een in de rotsen uitgehakt zeer steil pad. Rechts de steile rotswand, links het even onaanlokkelijke ravijn. Alleen mensen met zeer lange benen kunnen een soort taktiek volgen die veel lijkt op het bestijgen van een paard. Maar zonder hulp van beneden (kontje) en van boven (toegeworpen touw, naast natuurlijk die andere Hulp van Boven waar je de hele dag al om hebt gevraagd) lijkt het onbegonnen werk.
se-cavalho11
se-cavalo2
se-cavalo3
Carvalho
Pedra do Sino
Maar ondanks de duisternis en met sommigen met korte beentjes  kwamen we allemaal heelhuids boven. Daarna nog een paar uurtjes zoeken met de zaklantaarns en toch nog veilig en wel aangekomen bij de hut bij de Pedra do Sino, waar gelukkig veel plaats is om de tentjes op te zetten. Moe en zonder een druppel in de heupflesjes werd het die avond verder geen groot spectakel meer, maar wel ontzettend lekker geslapen!
Pedra do Sino
de "Dedo de Deus", ofwel vinger van God, nabij de laatste overnachting
De derde dag va de Travessa is een makkie, alleen maar afdalen, en als het niet al te nat is loop je dat in een uurtje of 4. Mooie tocht, bebost, met vele watervalletjes en mooie uitzichten over Teresopolis.
Aankomst in Teresopolis
Je komt dan beneden bij een groot meer, onderdeel nog steeds van het Nationale Park, en moet dan nog wel een paar uurtjes over de verharde weg tot bij de uitgang van het Parnasso park nabij Teressopolis. "Het venijn zit in het staartje" zeggen we wel eens......
Dedo de Deus
Teresopolis

De puzzel is vervolgens steeds, hoe kom je weer terug bij de auto bij de ingang aan de andere kant van het park? Dat kan redelijk omslachtig uitvallen, taxi, bus, weer een taxi en ondertussen weer een paar uur verder, of, zoals die andere keer, een  minibusje dat juist zijn lading had afgegeven en dat ons voor een redelijk bedrag in één ruk via de kronkelweg rondom het gebergte terug bracht bij de ingang in Correias!

Moe maar voldaan. Voorlopig maar niet weer, was toch wel afzien. Misschien later nog eens een keertje………

EINDE
comments
bottom of page