Avonturen uit het leven van Regina en Aart, hun reizen, hun hobies / as aventuras da vida de Regina e Aart, suas viagens, seus passatempos
Porto
Porto is gewoon een fijne stad. Je ontmoet jong en oud, Portugees of een van de andere 200 nationaliteiten, het is er mooi, lekker, gezellig, voelt goed. Er zijn niet zo heel veel oude steden waar zoveel historie bewaard is gebleven. En dat komt ook omdat verwoestende oorlogen hier meestal net niet doordrongen, te ver in het noorden van Portugal? Kwamen de Moren niet tot in noord Portugal omdat het er te koud is? En de Spanjaarden omdat ze genoegen namen met Lissabon? Lissabon vond men mooi genoeg?
Laat je verassen, iedere dag weer
Al je door de straten loopt moet je niet teveel naar boven naar alle gebouwen kijken, je loopt het risico dat je ieder ogenblik verrast wordt door een prachtige Neogotische gevel, soms slecht onderhouden, maar soms ook niet, je struikelt hier bijna over architectonische genoegens. Na een tijdje raak je er aan gewend. Je ziet zoveel mooie oude gebouwen dat je ze niet meer opmerkt
Niet spectaculair, wel oer gezellig
Porto is niet spectaculair. Het heeft geen wereldberoemd museum of kathedraal, of park, nee, het is gewoon gezellig hier. Er is altijd volk op de been maar zonder opstoppingen, je komt altijd een leuk restaurantje tegen als je trek krijgt, winkeltjes in alle gradaties van eenvoudig tot luxe, keurige shoppings vol met terrasjes.
Natuurlijk zijn er bezienswaardigheden, de mooie bruggen, o.m. gebouwd door het architectenbureau Eiffel (ja, van die toren in Parijs), de kathedraal, de Torre dos Clerigos, het station São Bento, Ribeira, de kades van de rivier de Douro, de port huizen aan de andere kant van de rivier, de altijd gezellige Rua Santa Caterina. Je kunt er makkelijk een week mee vullen, het meeste is te belopen. Koop een gidsje en je verveelt je hier nooit.
Station Sao Bento
Station São Bento
Rua Santa Catherina
shopping Catherina
Luis 1 brug
Cathedraal
Ribeira
Dit was zo'n beetje onze "stamkroeg" voor een expressootje met croissant of nata, na een tijdje kende João onze bestelling uit z'n hoofd
Op weg naar de TOP 10
Zovelen doen dat vandaag aan de dag, vanuit veel Europese steden kun je voor een habbekrats met een prijsvechter hiernaartoe vliegen, en van Brazilië (de grote haar ruim ontgroeide dochter) is het een paar uurtjes minder vliegen dan naar Parijs, Rome of Amsterdam. Porto is één van de snelst groeiende steden qua toerisme in Europa en op weg naar de top 10!
Wonen in Porto
Wij kregen op een gegeven moment het idee om een tijdje in Porto te gaan wonen, om de stad eens goed op ons te laten inwerken. Een tijdje, dus meer dan een stedentrip van een paar dagen, maar nou ook weer niet jaren of zo. Het werden 2 maanden, juni en juli 2017. We gingen op zoek naar een appartement en kozen iets dat dicht bij het centrum lag, dicht bij de Bolhão, de gezellige openluchtmarkt, het metro station met de goede verbindingen en de populaire Santa Catarina winkelstraat. En het ging zoals we wilden, geen gehaast om alles te gaan zien, niet iedere dag tellen hoeveel nog, nee, gewoon alsof je er al je leven lang woont. ’s Morgens eerst kijken of de lucht al weer blauw was, de stad inlopen, een espresso'tje met nata nemen in één van de voorkeur- cafés, supermarktje voor de dagelijkse benodigdheden, eten we thuis of buitenhuis? En ook wel eens een dag zonder een stap buiten de deur. Goed boek (de Bertrand in shopping La Vie verkoopt ze in alle talen), Spotify muziekje op, even een Tour de France flits op BVN (Chromecast meegnomen!!).
Hier maak je makkelijk vrienden
We kenden hier al mensen, via de Braziliaanse takken van onze familie, hier ooit neergestreken op zoek naar een bijzondere toekomst. En ook de familie uit westerse takken die ons kwamen opzoeken, gelukkig daarop gerekend door een iets groter appartement uit te kiezen, en vrienden die hier min of meer toevallig aan het toeristisch rondtrekken waren. Maar ook als je hier niemand kent kan dat in een paar weken drastisch veranderen, natuurlijk in ons geval wel dankzij ons Portugees. Min of meer dezelfde taal, het Portugees hier als oorspronkelijke bron met de meeste rechten, maar in de buitengewesten zoals Brazilië hier en daar wat aangepast, ongeveer zoals Vlaams en Nederlands. Geen probleem in het dagelijkse leven, en omdat Portugezen net zoals Brazilianen dol zijn op een praatje leverde dat iedere dag weer leuke contacten op. Het oude vrouwtje dat sokken verkoopt bij de ingang van de Bolhão, met altijd haar foto's van haar kinderen en kleinkinderen bij zich. Op de volgende hoek een dame die honderd uit vertelde over de oorsprong van alle gebouwen om ons heen (aanleiding was dat we weer eens naar boven keken en een prachtige gevel ontdekten), haar overleden man was eigenaar geweest van een T6 (appartement met 6 slaapkamers) en dat gebouw werd nu gerenoveerd, en ze kende alle bouwkundige details!
Casa da Bolsa
Taalproblemen?
In het smalle straatje achter het station São Bento, vanuit de Praça da Batalha, kom je langs een schoenmaker, voor 2 euro repareert die je rugzak die aan een laatste draad hangt, levert ook weer een leuk gesprek op met een andere cliënt die alles weet van de verbasteringen van de Portugese taal sinds het ontstaan van de buitengewesten zoals Brazilië en Mozambique.
Dat brengt me op mijn persoonlijk genoegen bijna iedere dag weer, als ik een winkel binnenga of een expressootje bestel in een bar. Van zo’n lange blonde Hollander (of Duitser zoals ze vaak denken) verwacht men geen Portugees, en men gaat zenuwachtig op zoek naar een collega die Engels praat, maar dat gaat al weer gauw over als ik een paar volzinnen produceer in het Portugees. Vindt men toch wel prettig achteraf.
Mijmeringen van een niet gelovige...
Mijn ervaring met de RK kerk is langzamerhand ruim te noemen, voor mijn Braziliaanse familie is het dagelijkse kost. Het grote verschil met Europese RK aanhangers (meestal niet actief) is dat het in Zuid Amerikaanse landen een grote sociale waarde heeft, men gaat er plezierig en blij mee om, je wordt er te pas en te onpas mee geconfronteerd, het “vai com Deus” gaat de hele dag door. Als niet gelovig persoon mag je eigenlijk geen grapjes over religie maken, maar ik doe het toch, in een stijve West Europese cultuur doe je dan iets verkeerd, in Zuid Amerika hoef je er niet bij te blozen. Ik heb dus laatst ook maar doorverteld van die gelovige mevrouw die bij het oplopen van de vliegtuigtrap muntjes in de motoren gooide, gelukkig zag iemand het, gevolg was slechts 5 uur vertraging.
Ik zei al dat Porto geen spectaculaire bezienswaardigheden kent, maar de Casa da Bolsa is eigenlijk een uitzondering. huisvestte vroeger de Câmara de Comércio ofwel Kamer van Koophandel. Je spreekt een tijdstip af (met taalvoorkeur) en wordt gerelaxt rondgeleid door een charmante gids. Onze groep bestond uit een klein aantal Portugezen en een Braziliaans stel. Er was dus alle gelegenheid om vragen te stellen. Het enorme gebouw is gebouwd op de fundatie van het honderden jaren geleden afgebrande klooster São Francisco.
Prachtige zalen, veel goud. Rijkdom onder meer te danken aan de port wijn commercie, de President van de Câmara de Comércio was geruime tijd meneer Calem, het port huis dat nu ook nog een groot aandeel in de port productie heeft.
São Francisco kerk
Wat er nog over is van het klooster, de São Francisco kerk en catacomben, is ook zeker de moeite waard. Als je geïnteresseerd bent te weten waar een groot del van het Braziliaanse goud uit de 17e eeuw gebleven is moet je een kaartje kopen en de kerk van binnen bezichtigen (eigenlijk gemeen dat Brazilianen daar voor moeten betalen!). Alles blinkt, duimendik bladgoud op letterlijk alles. Aan de buitenkant is de kerk niet mooi, en als je de moeite neemt op het zelfde toegangskaartje de naastgelegen catacomben te bezoeken ga je je ook niet lekkerder voelen, zoveel lijken van bijzondere personen achter een muur gemetseld (en de over-over grootvader van mijn geliefde echtgenote was er weer niet bij).
Torre dos Clerigos
Na een expresso'tje liepen we langs een steegje dat er spannend uitzag (ik zei het al, stad vol verassingen). Naar boven gelopen, vele traptreden op. Omdat de stad eigenlijk op kleine en grote heuvels is gebouwd weet je nooit waar je precies uitkomt als je een lange smalle trap tussen hoge oude huizen oploopt. Soms kom je dan bij een mooi kerkje, overvloedig met delfts blauwe tegels bekleed. Overigens,
Priesters met grote families
Eindelijk eens opgezocht wat dat grote vierkante gebouw naast de Sé kathedraal nou is, wel volgens het boekje is het de stee van de aartsbisschop van Porto. Maar waarom zo groot? Met misschien wel 500 ramen over 2 verdiepingen? Volgens mijn echtgenote omdat heel vroeger de priesters wel getrouwd waren en daar met hun gezinnen woonden. Jullie weten toch waarom thans RK priesters niet meer getrouwd zijn? Is ingesteld in de 10e eeuw na Christus om te voorkomen dat de schatten van de RK kerk van vader op zoon via erfenissen buiten de kerk terecht kwamen, bij de Orthodox RK kerk mogen (lagere) priesters wel seks hebben en trouwen, is toch eigenlijk wel natuurlijker. Ik heb als niet RK altijd een raar gevoel gehad bij het celibaat, want hoe kan een priester nou raadgever zijn in familieaangelegen- heden als hij zelf die ervaring niet heeft? En nooit de liefde bedreven heeft met een vrouw? Je ongelukkige seksleven aan hem voorleggen en daar een deskundig antwoord op verwachten. Of had de goede man andere oplossingen? Maar sorry, deze discussie hoort niet op mijn blog thuis, dus nu maar een ander onderwerp.
Wat eten we vandaag
Het is ondertussen 14 uur en we besluiten om voordat we naar het postkantoor op zoek gaan eerst een eettentje uit te zoeken. Hier komt de oude wijsheid weer tot z’n recht. Je komt in Porto, zoals in alle toeristische steden, altijd langs veel populaire toeristische restaurants, waar menu aanbiedingen en vriendelijke obers je uitnodigend toelachen. Wij zoeken echter vooral naar niet overdreven adverterende restaurants, met simpel een uithangbord “Almoçar e Jantar” en met simpele namen zoals “bij grootmoeder”, of zoals in dit geval “bij de weduwe”. Check dan of de prijzen eerlijk zijn, dus geen toeristische lokkertjes, doe even 2 stappen naar binnen en beoordeel de gasten. Als je dan de indruk krijgt dat er vooral locals zitten te eten is het meestal goed. De logica is simpel, toeristische restaurants leven van toeristen, die blijven meestal maar een paar dagen, en dan komen er weer nieuwe langs, die dus niet weten of het eten er goed of slecht was. Het type restaurant dat ik zojuist beschreef teert op mensen die in de buurt wonen en terugkomen als het eten goed is, en daar doen ze dus hun best voor. Ook kun je opletten of er werklui zitten te eten (kijk naar de schoenen), of, op doorreis, vrachtwagenchauffeurs, want die geven een goed restaurant wereldwijd door aan collega’s. Tenslotte, verkijk je niet op de aanbevelingen in Tripadvisor is soortgelijk, naar mijn stellige indruk allemaal betaalde reclame.
Dus ook vandaag onze wijsheid toegepast. We kwamen uit bij restaurant / Snack bar Portinho in de Rua Galeria de Paris, in de buurt van Aliados. Portugezen met een enkele toerist (die kent het kunstje dus ook!!!). Gewone eerlijk prijzen, groentesoep vooraf, eenvoudige dagschotel, wijn, toetje voor 2 personen 12 en een halve euro. Dus zoals het bedoeld was, en dus komen we er zeker nog een keer terug. Ik zag een fles cachaça staan, en ja hoor, in het weekend serveren ze caipirinha.
Delfts blauw stamt uit de 16e eeuw en het recht op de oorsprong wordt betwist tussen Delft en Portugal, maar in beide gevallen op basis van uit China geïmporteerd aardewerk.
Dit keer komen we op een pleintje met adembenemend uitzicht op stadsdeel Se, zo’n beetje de kern van Porto.
Via de Rua S. Bento de Vitoria, met aan het eind de oude gevangenis, nu fotografie museum, sta je ineens weer oog in oog met de Torre dos Clerigos!
boekhandel Lello
(kclick op een foto om stil te zetten)
Goed genavigeerd! Het was immers de bedoeling om de boekwinkel Lello te bezoeken. Die vind je om de hoek bij de Torre dos Clerigos. De boekwinkel is uiterst beroemd en heeft al in een film gefigureerd, is inderdaad zeer imposant.
Goed eten en amicaal-klangerichte bediening, restaurant / snackbar Tropical op het Praça da Batalha
Je moet er tegenwoordig een kaartje voor kopen, want het werd er anders te druk. Ok, je krijgt het geld terug als je er iets koopt.
Enkele Restaurants in de buurt van de Bolhão
Als je hiernaast gelezen hebt hoe wij een restaurant uitzoeken dan verwacht je hier geen aanbevelingen voor 3 sterren restaurants, dat kun je namenlijk niet volhouden als je hier gedurende een paar maanden bijna iedere dag ergens uit eten gaat.
Topper, nog net binnen onze "definitie" was "La Ricotta", rua de Passos Manuel 18
Eigenlijk ook een topper, vooral bij "locals" is Casa Nanda in de Rua Alegria {naam afgeleid van de kokkin Fernanda). Blijkbaar hebben ze niet aan Tripadvisor meebetaald want ze staan niet in hun gidsje.
Restaurant / Snackbar Portinho, Rua Galeria de Paris, afschuwelijk goedkoop (niet verdervertellen)
Zeer eenvoudig en goedkoop maar prima kost, hier komen ook werklui, Casa Viuva, Rua das Oliveiras
I'm a paragraph. Click here to add your own text and edit me. It's easy.
Ons geliefde bakkertje
Croissants hier lijken er niet op. Ze komen zo’n beetje op de laatste plaats, achter de Franse. De beste croissants komen uit Nederland, met de Jumbo supermarkt ver bovenaan. Uitzonderingen daargelaten, maar wij hebben in 20 jaar Frankrijk maar al te veel desillusies beleefd op dit gebied, en waarom moet dat stuk lucht in krokant omhulsel daar dan tegenwoordig ook nog 1 euro kosten?
Na een week al waren we stamgasten, ’s morgens om 11 uur, bij de Aquarel in de Santa Caterina, koffie met croissant geserveerd door de altijd opgewekte João. Als we een dag niet kwamen was hij ongerust. Maar er zijn alternatieven, de Fabrica de Nata in de Rua Santa Caterina, ter hoogte van de shopping Caterina, of, nog beter, Manteigaria op de hoek van de mercado Bolhão.
Casa de Musica
Geen spectaculaire bezienswaardigheden? De Casa da Musica van de Nederlandse architect Rem Koolhaas is eigenlijk een uitzondering. Lastig voor de aannemer verantwoordelijk voor de betonbekisting en de vlechtwerkers, maar het resultaat is stevig en, je kunt het bijna niet oneens ermee zijn, ook mooi. Een blik aan de buitenkant vanuit bus 500 naar het Parque da Cidade nodigde uit om het gebouw ook van binnen te gaan zien. En dat lukte op een avond met een mooie uitvoering van de 1e Symfonie van Brahms. Verbazingwekkend mooie vertolking. Overigens een even verbazingwekkende show tijdens het voorprogramma, waar aan het eind van de “Onvoltooide” van Haydn de orkestleden één voor één het podium aflopen, op het laatst ook nog de dirigent, terwijl hij de eerste violist en nog 2 collega's alleen achterlaat. Kijk op Utube en het is iedere keer weer vermakelijk.
Verder over het theater, bovengemiddelde akoestiek, mooie materialen, veel mooi beton, rvs, glas, spel met het daglicht. Net zoals in “ons” concertgebouw met publiek achter het orkest.
Shopping Centers
Omdat we ook nog wel eens een echte shopping wilden bezoeken, gingen we met de metro op pad naar Matosinhos. Mooie shopping, eigenlijk zoals bijna iedere shopping waar ook ter wereld. Het verschil is misschien dat hier, net zoals in Brazilië, een groot deel is ingericht als “Praça de Comida” (eet-plein), met vele kleine restaurantjes die tegen schappelijke prijs een grote variatie aan doorgaans smakelijk eten verkopen. En natuurlijk hier ook weer tegen onbehoorlijk lage prijzen. Voor 5 euro goed eten incl. biertje waarvoor je alleen al in Amsterdam 2,5 euro betaalt. Het idee achter een Praça de Comida is overigens dat je, als je met meerderen bent, iedereen de vrijheid heeft ergens anders zijn kostje op te halen, en dan groepeer je je gezellig rond dezelfde tafel en gaat het feest gewoon door.
Op de terugweg nog even de dagelijkse gang naar Pingo Doçe, de levensmiddelen supermarkt,waar we bij het uitzoeken van een fles wijn belangeloos door een wijn-kennende heer werden de weg werden gewezen. Hij keurde de Planalto wijn van Ferreirinha uit de Douro streek niet echt af maar wees ons vervolgens op een wijn uit het Douro dal met op de achterkant van de fles "van 15 voor 5 Euro", en met alle mogelijke vruchten en bloemensmaken.....Die meneer die een hele krat kocht heeft blijkbaar een ander soort smaakpupillen moesten wij later concluderen.
De Douro vallei
Bijzonder doordat hij volgepakte is met wijngaarden. Naarmate je hogerop gaat meer is de wijn beter. Dat is te danken aan een samenspel van zon en wind, dat wil zeggen, de wind vanuit de zee wordt drastisch getemperd, de zon schijnt overvloedig en bovendien houden de bergen ’s nachts de temperatuur vast. Wijn uit de Douro heeft een hoog alcohol gehalte in vergelijking met veel andere wijn gebieden. Dat komt door het hoge suikergehalte van de druiven. Mooie plaatsen om te bezoeken zijn Regua en Pinhão, je kunt overal een boottochtje maken, van een paar uur tot meerdere dagen, dan gaat de boot helemaal tot Salamanca in Spanje. Moeilijk te bevaren, de boot mag niet te diep gaan, soms smalle doorgangen, veel sluizen met hoogteverschillen tot meer dan 30 meter. Wij maakten een tochtje vanuit Pinhão tot plm. waar de Tua in de Douro uitmondt, onvergetelijk, mooie plaatjes. En je krijgt ook nog een glas Port aangeboden.
Portwijn is trouwens een verhaal apart, uitgevonden door de Engelsen, die een probleem hadden met het exporteren van die lekkere Douro wijn naar Engeland. Teneinde niet te bederven werd er brandewijn aan toegevoegd. Nadien werd dat toevoegen ook gedaan om het restsuiker gehalte te sturen en verkreeg men een sterke (18-20%) zoete wijn. Variaties in kleur en smaak, mede door het gedurende een bepaalde tijd bewaren in (Frans) eikenhouten vaten.
Het bezoeken van één van de porto wijn makers in Vila Nova da Gaia is een aanrader, Calem doet het heel netjes. Op kleine schaal wordt ook Port gemaakt op de Quintas, we bezochten Quinta da Foz, kleinschalig en zeer authentiek, hier worden de druiven nog “geperst” door met z’n 10-en in een groot bassin rond te stampen, 3 uur op 3 uur af. De functionarissen worden ervoor betaald, de toeristen moeten ervoor betalen!
De Douro Vallei is overigens werelderfgoed Unesco. Het mooiste uitzicht is vanuit een noordelijke afdaling, zoals naar Pinhão (blik op de weg houden, geen vangrail). Wij hebben ook een paar dagen doorgebracht in Mesão Frio, aanrader is de Quinta “Casa das Torres de Oliveira”. Kijk even op booking.com en het water loopt je in de mond.
Ook een aanrader is wat meer naar het noord-oosten, in de buurt van Mirandela, ook weer een Quinta, maar nu in een olijven gebied, de plek heet Casa dos Araujos, klein paradijsje!
Pelgrimstocht
Ook in Porto kun je opstappen op een route die naar Santiago de Compostela loopt. Je hebt de keuze uit 3 varianten, de bekendste is de binnenlandse route, gebruikelijk is op te stappen in Porto, een dag of 4 naar de grens met Spanje en dan weer zo’n 4 dagen naar het einddoel. Omdat ik van zeegezichten houd heb ik het Portugese deel van de kustroute gelopen, 3 dagen van Porto naar Vila Praia de Ancora. Leuke afwisselende route, soms een beetje zwaar waar geen pad is en je door het rulle strand moet baggeren, maar soms ook weer zeer comfortabel door de alom aangelegde houten vlonders door de duinen. Vila Praia de Ancora is een charmante kustplaats waar het bij mooi weer (helaas is dat in Noord Portugal niet altijd zo) zeer goed toeven is. De trein terug naar Porto over deels enkelspoor in een treindeel dat even later vol stroomde met een lagere schoolklas op schoolreisje, en dan heb je als Hollandse backpacker wat uit te leggen, het werd zo gezellig, ook door een Tsjechische mede passagiere die een flesje wijn had meegesmokkeld, dat de conducteur op het laatst meezong met de clubliederen van Benfica en FC Porto.
Wonen in Porto?
Wonen in Porto. Fantastisch, je moet niks en alles mag. Bijvoorbeeld ‘s morgens tegen elven een rondje in de drukke winkelstraten en een koffie met croissant of een nata nuttigen, wat we verder doen hangt van het weer en de stemming af. Sinds tijden lees ik weer boeken. We gaan zo af en toe een toeristische trekpleister bezoeken, kerk, gebouw, restaurant, rondje met de oude tram, laten de stad op ons inwerken. Lijken hier niet genoeg van te krijgen. Bijzonder is natuurlijk het taalgemak, iedere keer weer leuke contacten. We begrijpen dat Brazilianen afstammelingen zijn van Portugezen.
Mooie muziek
Iedere keer dat ik naar mooie klassieke muziek luister moet ik toch ook weer denken aan dat bekende Maastrichtse orkest dat jaar in jaar uit wereldtournees maakt. Weet je dat dat orkest wereldwijd beter bekend is dan de namen van onze vorst en vorstin? Prachtige vertoning iedere keer weer, maar is dat omdat ze zo kwalitatief mooi spelen? Eigenlijk niet, kenners zeggen dat het het niet haalt bij het concertgebouw orkest. Maar mij interesseert dat niet, op het Vrijthof en in vele mega theaters overal in de wereld dansen de mensen nu op klassieke muziek, en is iedereen gehersenspoeld met een enorme dosis plezier en tevredenheid, terwijl in het concertgebouw niet gekucht mag worden en na afloop een stijf applaus klinkt.
Wijn
Wijn, we zijn het e.e.a. gewend. In Frankrijk weet een gemiddelde secretaresse meer van wijn dan de eigenaar van menig gerenommeerd restaurant in Nederland. Dus na bijna 20 jaar woonachtig te zijn in Frankrijk krijg je daar vanzelf wel een beetje van mee.
Een omstreden punt blijft of Frankrijk nou wel echt de wijsheid in pacht heeft. Italië is een beruchte concurrent.
In Frankrijk is het relatief makkelijk. Als je van rode Bourgogne houdt zoals ik, gaat er een wereld van duidelijke keuzes voor je open. Van gemiddelde prijs tot extreem kostbaar.
Voorkeur voor dure wijnen heb ik nooit echt kunnen begrijpen. Ik betwijfel of iemand die zweert bij een Saint Emilion van meer dan 30 euro echt een goede reden heeft om een Cote de Beaune niet lekker te vinden. Lekker vinden is tenslotte een beetje hetzelfde als welke vrouw je als man appetijtelijk vindt, kwestie van smaak. En daarom acht ik het niet uitgesloten dat ik bij een wijnproeverij die Côte de Beaune van 7 euro uitkies boven de genoemde Saint Emilion.
Zeker als men begint met smaak van rood fruit, (hoe kan dat ook anders, rode druiven zijn toch een soort rood fruit?) of bosviool-tjes, of nog erger van zoethout, koffie, chocola, tabak, vijgen, pruimen, kruiden, leer, of vanille, dan raak ik al gauw het spoor bijster. Lekker hoeft voor mij niet op een bloem te lijken. Moet natuurlijk niet bedorven smaken, of te bitter, maat die test komt al gauw ook een Pays d’Oc van 3 euro de fles ruimschoots door.
Bij mij thuis bevinden zich in de kelder een paar dure chateaus, een Pommerol met 15 jaar, een witte Meursault en een Givry (lievelingswijn van Henry lV), maar in de keuken boven het aanrecht 2 stuks Chateaux Carton, één met heerlijke dagelijkse Côte du Rhône en de ander met Pays d’Oc. En deze smaken iedere dag rondom de warme lunch weer heerlijk.
Nu even wat internationaler, ook in Brazilië en in Amsterdam drinken we (voornamelijk rode) wijn. Om maar met Zuid Amerika te beginnen, ik begrijp ondanks mijn eerdergenoemde Franse ervaring niet waarom in Zuid Brazilië niet alleen maar lekkere wijn voorkomt. Klimaat zoals in Zuid Frankrijk. Lekkere wijn in Brazilie moet helaas van elders komen. Chili is ons favoriet, met Concha y Toro als huisleverancier. Argentinië met de Malbec druif kan er ook nog wel bij. Maar de Braziliaanse wijnen, misschien met uitzondering van de Miolos, staan bij dit alles behoorlijk in de schaduw.
Jammer dat de Brazilianen zich vaak wat op de mouw laten spelden. Het is nou eenmaal geen wijnland. Maar er zijn wel heel veel Brazilianen die denken dat ze er veel vanaf weten. Men koopt hoofdzakelijk op basis van een mooi etiket, ziet meestal niet eens dat er geen jaartal op staat, hoe duurder hoe beter, kortom doorgaans de verkeerde motieven. Dan komt daar nog bij dat rode wijn zo vanuit de koelkast op tafel komt, terwijl een makkelijk te onthouden gegeven is dat rode wijnen, op een enkele uitzondering na, het smaakvolst zijn bij 16 tot 18 gr C. Jammer. Ik heb ondertussen wel al veel vrienden ertoe kunnen bewegen om de Chileense Concha y Toro te kopen, alleen als het zeer warm is een half uurtje in de ijskast, dan wordt die precies die 16 gr die hij hebben moet.
En in Amsterdam? Ik ben niet kapot van de Nederlandse omgang met wijnen. Er zijn weliswaar veel professionals die best een verrassend goede wijn weten te presenteren in een eetgelegenheid, maar er is ook weer veel onzin. Vooral via internet of wijn clubjes loop je voortdurend tegen hoog geprezen aanbiedingen aan, met hoge kortingen voor afnames van meerdere dozen met 6 stuks. Herkomst van exotisch, van Spanje tot in Zuid Afrika, maar zonder aanwijsbare verdienstelijke herkomst. Ik ben meestal argwanend.
In restaurants in Nederland , afgezien van de vaal weinig professionele bediening (werkstudenten en vakantiehulpjes zelfs in dure restaurants) moet je niet veel verwachten van de wijnkennis. Die kun je beter meenemen. Evenals de flessenopener, want wijn moet ruim van te voren ontkurkt worden om te kunnen ademen. Ik maakte mee, tijdens een zakenlunch in een bekend 4 sterren hotel aan de Prinsenvracht in Amsterdam dat de wijn van onze keuze al een kostbaar uur op tafel had gestaan alvorens deze werd ontkurkt bij het aanbreken van de hoofdgang en dus direct werd uitgeschonken. Het kwaad was geschied voordat ik er erg in had, de wijn had niet eerst een tikkeltje kunnen ademen, of eigenlijk oxideren. Een decanteur met zo groot mogelijke buik is het beste, maar gewoon de fles een half uur of zo van te voren ontkurken geeft al een goed effect.
Terwijl ik dit schrijf nip ik aan een glaasje Esteva, een heerlijke rode Douro wijn van Casa Ferreirinha. Klasse voor 4,50 Euro per fles. Als deze bij een wijnproeverij had meegedongen had die hoog gescoord. Nog een tip, de witte wijn van hetzelfde wijnhuis, Planalto, is ook alsof er een engeltje op je tong pist, heerlijk.
Sorry lezers, is een beetje lang geworden, was niet mijn bedoeling, en ik denk trouwens dat echte wijnkenners al lang zijn afgehaakt.